Voor 45 koekjes (15x3):
375g ongezouten melkerij-boter
300g ruwe rietsuiker
3 grote eieren
300g bloem
75g havermout
1 TL bakpoeder
2 TL zout
3 sinaasappels
3 citroenen
150g witte chocolade
150g pure chocolade
Benodigdheden:
bakplaat
bakpapier
keukenfolie
fijne rasp
Het basiskoekjesdeeg maken:
Haal de boter 15 minuten voor gebruik uit de koelkast, zodat hij alvast een beetje zacht kan worden.
Doe de boter en de suiker in een mengkom en klop ze met een houten lepel tot een dikke, romige massa.
Breek vervolgens het ei in een andere mengkom en klop het los met een vork.
Doe het ei bij de boter en de suiker en meng alles goed.
Strooi de bloem door een zeef in een kom om de klontjes eruit te halen; doe de havermout, het bakpoeder en het zout erbij en meng alles tot een mooi glad deeg.
Op smaak brengen:
Rasp de citroen– en sinaasappelschil fijn en hak de chocolade in stukjes.
Verdeel het deeg in drie stukken.
Meng de schilletjes en de chocolade elk door een ander stuk deeg zodat je 3 verschillende soorten krijgt.
Schep het deeg op een stuk keukenfolie en rol het tot een worst van on-geveer 7cm dik.
Leg het deeg ongeveer 30 minuten in de vriezer.
Het bakken:
Verwarm de oven voor tot 190°C.
Haal het gekoelde deeg uit de vriezer en snijd het in plakjes van 1 cm dik.
Leg die op bakplaten met bakpapier met flink wat ruimte tussen de koekjes want ze worden tijdens het
bakken een stuk groter.
Zet de bakplaten in het midden van de voorverwarmde oven en bak de koekjes 8 tot 10 minuten,
tot de rand van de koekjes goudbruin is.
Laat ze heel even staan voordat je ze op een rooster legt om ze volledig af te laten koelen en
krokant te laten worden.
